dinsdag 29 december 2009

vrijdag 25 december 2009

Kerst 1914


Het leven aan het Westfront in de winter van 1914 was bepaald geen pretje. De beide strijdende kampen (Engeland en Frankrijk aan de ene zijde en Duitsland aan de andere) hadden zich ingegraven, nadat de oorlog in een patstelling was beland. Het Noordeuropese landschap zag er toen heel merkwaardig uit: van de Noordzeekust tot aan de Zwitserse grens liepen twee tegenover elkaar liggende loopgravenstelsels met ertussen niemandsland en prikkeldraadversperringen. Aan weerszijden werden min of meer permanente voorzieningen aangebracht, zoals ondergrondse vertrekken, schuilplaatsen, kachels en latrines.

In de loopgraven heersten meestal erbarmelijke levensomstandigheden. Door grond- en regenwater hadden de soldaten voortdurend natte voeten. Daardoor konden hun voeten pijnlijk gaan zwellen en hun tenen zelfs afsterven. Ook hadden ze veel last van ongedierte, zoals vlooien, luizen, muggen en ratten. De ratten, soms zo groot als een volwassen kat, knaagden aan de voorraden en aan de gewonde of dode soldaten. De kwaliteit van het voedsel liet veelal te wensen over. De dood lag voortdurend op de loer: de soldaten liepen steeds het risico dat ze werden gedood door een onverwachte granaatinslag of door de kogel van een sluipschutter. Soms werden ze dagenlang dag en nacht bestookt door de vijandelijke artillerie, zodat ze geen moment rust hadden. Of ze moesten dagenlang wachten tot hun eigen artillerie was uitgeraasd ter voorbereiding van een aanval op de vijandelijke loopgraven.

Wanneer het aanvalsmoment dan eindelijk was aangebroken, zwegen de zware kanonnen en bliezen de officiers op hun fluitje. Voor de soldaten was dit het teken om uit hun loopgraven te komen, over de borstwering te klimmen en het niemandsland in te lopen op weg naar de loopgraven van de vijand. De grond was door de talloze granaatinslagen veranderd in een soort maanlandschap dat door metersdiepe kraters nauwelijks begaanbaar was. Vaak bleek het prikkeldraad niet te zijn vernietigd door de eigen artillerie, zodat de opmars werd vertraagd. De ploeterende soldaten waren daardoor een makkelijke prooi voor de vijandelijke mitrailleurs en werden bij bosjes neergemaaid. In december 1914 waren de verliescijfers al tot dramatische hoogten opgelopen. Bij elk van de strijdende partijen liep het aantal doden, gewonden en vermisten reeds in de tienduizenden. Van het Britse leger, dat in augustus op het Europese vasteland was geland om de Fransen en Belgen bij te staan, was bijna niets meer over.

Op Kerstavond in het jaar 1914 vroor het aan het Westfront. De modder was hard geworden, de kapotgeschoten bomen waren afgezet met rijp en in niemandsland was de afschuwelijke stank van rottend mensenvlees vervaagd. De vriesnacht was helder, schoon en over het algemeen rustig. Aan het front ten zuiden van Ieper klonk vanuit de Britse linies nog wat verspreid vuur, maar toen bleek dat er geen aanval op komst was, zwegen de geweren. De Duitsers begonnen als eersten Kerst te vieren. Ze wisselden schnapps (alcoholische drank) en sigaretten uit. Hier en daar verscheen een verlicht kerstboompje of een lampion boven de loopgraven. Ergens begonnen de Duitsers ‘Stille nacht, Heilige nacht’ te zingen.

De Britse soldaat Graham Williams van de London Rifle Brigade herinnerde het zich na de oorlog nog: „Nadat ze waren uitgezongen, vonden we dat we iets terug moesten doen en zongen ‘The first Noel’. Toen we klaar waren applaudisseerden ze, om vervolgens ‘O Tannenbaum’ in te zetten, een van hun andere favorieten. En zo ging het maar door.”
Ook op andere plekken aan het front gebeurde iets dergelijks. Een kanonnier van de Royal Field Artillery herinnerde zich dat de Duitsers riepen: „Kom hierheen. We willen jullie spreken.” Er werd heen en weer geroepen: „Hallo Tommy, Hello Fritz!” Een Britse durfal klom uit de loopgraaf en liep richting de Duitse linies. Een Duitser kwam hem halverwege tegemoet. Ze gaven elkaar een hand en deden heel vriendelijk tegen elkaar. Toen de Engelsman even later terugkeerde en vertelde
wat hij had beleefd, durfden anderen eveneens de Duitsers te bezoeken.

De volgende dag, op Eerste Kerstdag, kwamen aan beide kanten van het front de soldaten hun loopgraven uit. In het volle zicht van de vijand werden velddiensten gehouden zonder dat er een schot werd gelost. Beide partijen zwaaiden naar elkaar en enkele moedige soldaten liepen het niemandsland in om elkaar te begroeten. Aanvankelijk vormden zich kleine groepjes, vervolgens steeds grotere, totdat op sommige plekken honderden soldaten bij elkaar stonden. Er werden handen geschut, men bood elkaar een vuurtje aan en wisselde geschenken uit: sigaretten, Duitse worsten en sigaren, ingeblikte hutspot, tabak, familiefoto’s en Londense kranten.

Op diverse plaatsen in België vonden dit soort verbroederingen plaats. Vermoed wordt dat het Kerstbestand op tweederde van het Westfront in acht werd gehouden. Het bestand duurde minstens tot het einde van Tweede Kerstdag. Op sommige plaatsen duurde het tot de jaarwisseling of zelfs tot ver in januari 1915. De legerleidingen waren fel tegen deze ‘pax noel’. Een spontaan bestand was uiterst ongewenst en tastte de discipline aan: de soldaten konden immers gaan denken dat de vijand ook maar een mens was. Het zorgvuldig opgebouwde vijandsbeeld moest koste wat kost in stand worden gehouden. Niemand had ook gedacht dat de spontane Kerstvrede lang zou aanhouden. Al spoedig begon het te regenen, de modder keerde terug en de stemming sloeg om.

De legerleidingen kregen hun zin: de soldaten keerden weer terug naar hun loopgraven en de strijd zou spoedig weer worden hervat. De Eerste Wereldoorlog zou na Kerstmis 1914 nog zo’n kleine vier jaar duren en nog vele honderdduizenden slachtoffers eisen. Toch was er even vrede op aarde geweest. De geweren en kanonnen verstomden een moment. Even was er plaats voor het Kerstfeest, voor een beetje kameraadschap en menselijkheid. Per slot van rekening deelden de de soldaten dezelfde ellendige levensomstandigheden en doodsdreiging.

A Star is Born......


I dreamed a dream in time gone by
When hope was high And life worth living
I dreamed that love would never die
I dreamed that God would be forgiving

Then I was young and unafraid
And dreams were made and used and wasted
There was no ransom to be paid
No song unsung, no wine untasted

But the tigers come at night
With their voices soft as thunder
As they tear your hope apart
And they turn your dream to shame
He slept a summer by my side

He filled my days with endless wonder
He took my childhood in his stride
But he was gone when autumn came
And still I dream he'll come to me
That we will live the years together

But there are dreams that cannot be
And there are storms we cannot weather
I had a dream my life would be
So different from this hell I'm living
So different now from what it seemed
Now life has killed the dream I dreamed.

donderdag 24 december 2009

Ehmmmm....

Een olifant als huisdier

De meeste mensen opteren voor een hond of een kat. Ludmilla Popova uit Oekraïne koos echter voor een olifant als huisdier. De dame uit Odessa zorgt wel erg goed voor de kleine Fantic. Zo geeft ze het dier de fles. De olifant heeft zelfs een bed. Popova begon voor het dier te zorgen, toen mama-olifant Fantic verstootte. Bekijk de hartverwarmende beelden dankzij YouTube

woensdag 23 december 2009

De fluit van de herdersjongen



In de nacht toen Jezus geboren werd, liep een arme herdersjongen over de heuvels bij Bethlehem om één van zijn schapen te zoeken. En zo gebeurde het, dat hij niet bij de herders was, waarover de bijbel ons vertelt. Deze jongen diende bij bij een strenge heer - wie weet misschien wel bij een van de waarden in Bethlehem - en als hij zou thuiskomen en er een schaap van zijn kudde ontbrak, dan kreeg hij slaag. Daarom lette hij nauwelijks op de wonderbaarlijke dingen die om hem heen gebeurden. Hij merkte niet dat de wind ging liggen; hij hoorde niet hoe de vogels begonnen te zingen en hij zag niet dat alle sterren plotseling met dubbele glans straalden. Zijn weg voerde hem de berg op. Hij zocht achter iedere struik, tot hij ten slotte boven op de berg stond. Van hier kon hij ver in het rond over de velden zien, helemaal tot de stad Bethlehem.

Terwijl hij daar zo boven stond, gebeurde het, dat de hemel zich opende en dat de nacht zo licht werd als de dag. Een ontelbare schaar engelen verscheen en hun lofzang klonk over de aarde. Hoe groot dit wonder was, dat in die nacht geschiedde, heeft tot op de dag van vandaag nauwelijks een mens begrepen. Daarom kunnen we het een kleine herdersjongen ook vergeven, dat hij deze boodschap niet meteen begreep. Hij dacht alleen maar aan het schaap, dat ervandoor gegaan was en hij wilde verder zoeken.

Toen stond er plotseling een engel voor hem en sprak: "Maak je geen zorgen meer om het schaap, op dit uur is een veel grotere Herder geboren. Ga snel naar Bethlehem, waar het Christuskind, de Verlosser van de wereld, in de kribbe ligt."

"Voor de Verlosser van de wereld," zei de jongen, "voor Hem mag ik toch niet verschijnen, als ik hem geen geschenk kan geven?"

"Hier, neem deze fluit en speel een lied voor het kind," sprak de engel, en was op hetzelfde ogenblik verdwenen. Zeven tonen had die fluit en toen de jongen haar aan zijn lippen zette, speelde ze als vanzelf.

Dankbaar en blij liep hij de berg af. Hij wilde over een beekje springen, maar struikelde en lag languit zo groot als hij was, tussen de kiezelstenen. De fluit viel uit zijn hand. Uit zijn mond ontglipte een woord, dat misschien wel eens onder de herders gebruikt wordt, maar dat men beter niet gebruiken kan. Mooi was het niet! Én toen hij de fluit weer in de hand hield was er één toon verloren gegaan. Nog zes tonen kon de fluit spelen.

Tijd om te huilen was er niet en bovendien werd het pad langzaam beter; dus liep hij zo snel mogelijk door. Ineens bleef hij staan: vlak voor zich zag hij een grote wolf zitten met ontblote tanden, klaar om te bijten. Het was de lammetjesverslinder zelf. De jongen werd woedend. "Maak dat je wegkomt," riep hij en voor hij er erg in had, had hij de fluit naar de al wegvluchtende wolf gegooid. Toen hij haar weer vond, kon de fluit nog maar vijf tonen laten horen.

De herdersjongen was nu op de plaats gekomen waar de kudden steeds waren. Rustig lagen daar alle schapen en er heerste diepe stilte, slechts één schaap liep blatend rond. De jongen wilde het binnen de omheining brengen. Hij rende er achter aan en omdat het schaap hem ontweek gooide hij met wat hij juist in zijn hand hield. Het was de fluit, die weer een toon verloren had.

Maar waar waren de andere herders toch gebleven? De jongen kon immers niet weten dat zij voor het kindje in de stal knielden. Hij dacht dat ze vast weer met een kruik bier in de herberg zaten en dat hij als jongste weer de wacht moest houden. Boos schopte hij met zijn voet tegen een kruik met water, die dicht bij het vuur stond. Toen was het of een onzichtbare macht hem de fluit uit zijn hand sloeg, en toen hij haar weer opraapte had zij nog maar drie tonen over.

Daarop ging hij verder naar Bethlehem. Alles ging goed, tot hij door de stadspoort wilde gaan. Daar zag hij zich plotseling omringd door een groep straatjongens die hem zijn fluit wilden afnemen, maar hij wilde haar niet geven. Er vielen klappen over en weer. De fluit had hij weliswaar behouden, maar weer was een toon verloren gegaan.

Eindelijk stond hij toch voor de stal. Hoog boven het dak straalde de wonderbaarlijke ster en in de kribbe lag de Verlosser van de wereld. En toch zou het nog gebeuren dat de fluit nog maar één toon overhad, toen hij de stal binnenging. Want juist wilde hij langs de huisdeur lopen, toen de bitse hond van de waard op hem af schoot. Hij wist zich niet anders te verweren dan met wat hij in zijn hand hield en dat was de fluit.

Zo stond hij nu bij de staldeur maar durfde niet naar binnen te gaan. Hij schaamde zich heel diep, dat er zo weinig van zijn geschenk overgebleven was. In zijn onschuld kon hij niet weten, dat de weg die iedere mens tot de Verlosser voert vol hindernissen is.
Maar de moeder van het Christuskind wenkte hem binnen te komen. En heel stil kwam de jongen uit zijn hoekje te voorschijn en hij speelde op zijn fluit de laatste, nog overgebleven toon. Wat klonk die prachtig. Het Kind luisterde en iedereen in de stal luisterde, Maria en Jozef, de os en de ezel. Het Kerstkind strekte zijn goddelijke hand uit en raakte de fluit aan. En zie: op hetzelfde ogenblik was de fluit weer heel, en haar zeven tonen klonken weer zo mooi en heerlijk, zoals ze al in de hemel geklonken hadden.

zondag 13 december 2009

Vervolg toen wij in nederland aangekomen zijn.


Toen wij van indonesia vertrokken waren erg veel koekjes verkopers bij ons thuis geweest en hebben verschillende koekjes voor ons meegenommen omdat ze dachten dat wij dat allemaal hier in nederland niet kunnen krijgen.In die tijd is het inderdaad
zo. Indiese spullen zijn moeilijk te krijgen zoals spaanse peper dat kant je alleen in droge vorm krijgen,dus voor gebruik eerst koken.Omdat Nederland in opbouw is zijn de wegen toen nog geen asfal op de weg hebben(tenminste bij ons in het drop).

vrijdag 11 december 2009

Lombok jaar 2000


Mijn vrouw en ik waren in bali toen wij besloten om naar lombok te gaan met een klein
bootje en toen wij onderweg waren ging alles goed tot ik er achter komt dat de boot wat van die kleine gaten in bodem heeft en dat die andere man die er bij was met wat stopverf aan het te dichten was.Op het eiland aangekomen gingen wij op verkening met
de auto en kwamen er achter dat er niet veel toeristen op eiland zijn maar wel veel apen.Wat ook opvalt zijn de eetkraamjes die zijn er ook niet zoveel wat je van in indonesia niet ben gewend.

vacantie in usa.


In 1994 zijn wij naar florida gegaan. Toen wij daar waren aangekomen stonden wij van te kijken dat de wegen daar zo breed zijn,eenrichting weg bij ons is daar drie maal zo groot.Daar hebben wij het eerst prachtig weer gehad en toen een paar dagen daarna onweer en dat was mooi omdat te zien.De eekhoors daar zijn wel tweemaal zo groot dan
hier in holland.Daar hebben wij veel gewandel en veel van de omgeving geziend.Toen we
weer naar huis gingen moesten wij bij het inchecken onze schoenen uittrekken en door
lopen

Mijn tijd in indonesia


Mijn eerste grootte feest die ik heb meegemaakt wast de bruilof van een tante in 1952daar heb ik mijn eerste danst stappen gemaakt toen was ik 5 jaar.Na vijf jaar ben ik
met ouders en zusters en broer naar Nederland gegaan met de boot.Wij zijn in Nederland bij ijmuiden binnen gekomen en wast toen erg koud want dat was in de maand januari en van daaruit naar Amsterdam en daar uitgestapt en toen richting Valkenbrug
daar zijn wij tot 1957 gebleven en toen richting swalmen.

anneke song


RJ in action


Blue Roses.....




Hoe bier wordt gemaakt



Nooit eerder was het in het Land van het Noorden zo'n bruiloft geweest. Voor het vlees bij het feestmaal werd een grote os geslacht. Sommige mensen zeggen dat hij maar van middelmatige grootte was, maar toch zó groot dat een zwaluw er een hele dag over deed om van de ene hoorn naar de andere te vliegen en dat een eekhoorn een hele maand over zijn rug kon rennen zonder zijn staart te bereiken.

Daarna werd er een grote zaal gebouwd, waarin het feestmaal gegeven zou worden - zó groot, zeggen sommigen, dat je het beneden niet zou kunnen horen als een haan zou kraaien door het rookgat in het dak, en als een hond zou blaffen aan het ene uiteinde, dan zou het geluid niet reiken tot aan het andere uiteinde.

Loehi stapte opgewonden heen en weer door de grote zaal en zag er nogal bezorgd uit. "Er is nu wel plaats genoeg voor iedereen," zei ze tegen zichzelf, "en ik heb genoeg vlees om iedereen te voeden, maar wat moet ik ze te drinken geven? Ik ben in ieder geval helemaal niet goed in bier brouwen."

"Misschien kan ik je helpen." Een oude man die al bij het vuur zat, had haar gehoord. "Ik ken de oorsprong van bier," zei hij. "Het wordt gemaakt van gerst, op smaak gebracht met hop en gebrouwen in water dat boven het vuur hangt. Luister." En de oude man vertelde hoe bier voor het eerst gemaakt was.

"Lang geleden was er een heel klein zaadje dat Hop heette. Het was de zoon van Vrolijkheid en het woonde in goede, rijke aarde bij een bron in Kalevala. Op een dag verveelde het zich in het donker, waar het niets kon doen, en het duwde een paar groene scheuten omhoog, in het licht en keek om zich heen. Hoog boven hem torende een boom waarvan de bladeren zich koesterden in de zon. Als ik in die boom kan klimmen, dacht Hop, dan zal ik meer zonlicht krijgen dan hieronder op het veld. En dus ging hij omhoog langs de boomstam met scheuten die zich vasthielden als vingers, terwijl hij klom.

Een ander zaadje, dat Gerst heette, begon nu ook zijn harige scheuten omhoog te duwen, daar beneden in het veld. Op een dag keek Hop vanuit zijn boom naar beneden en zag Gerst. En Gerst keek omhoog en zag Hop.

"O, wie moet ons nou aan elkaar voorstellen?" riepen ze beide. "Het leven is zo eenzaam hier, boven in de boom en beneden in het veld, wat zouden we toch graag bij elkaar zijn!"

Toevallig liep er net een jonge vrouw langs die hen hoorde. Haar naam was Osmotar, omdat zij het eerste meisje was dat geboren was in Osmola, of Kalevala, zoals de meeste mensen dat land noemen. Ze plukte Gerst uit het veld, sneed Hop uit de boom en deed hen samen in een grote ketel. Daarna vulde ze de ketel met water en stak er een vuur onder aan. Terwijl ze gebrouwen werden, neurieden Gerst en Hop blij. En toen het mengsel klaar was, goot Osmotar het in vaten om af te koelen."

"En zo," besloot de oude man zijn verhaal, "wordt bier gemaakt. Het is een lekkere drank die een man verwarmt en een vrouw opvrolijkt, maar als je er te veel van drinkt, stijgt het je naar het hoofd."

De man die vier keer dood ging



In de staat Kansas op een uur afstand van Kansas City ligt een klein dorp aan de voet van het gebergte. Eén van de bekende figuren in dit dorp was Olsen, een zwerver, die vaak door de boeren uitgenodigd werd om een hapje mee te eten. Zo ook bij boer Williams. Toen er op een avond vis werd gegeten, verslikte Olsen zich in een graat en wat er ook geprobeerd werd, Olsen stikte! De boer en de boerin wisten zich geen raad, want als het bekend werd, zouden ze beschuldigd worden van moord!

De boer wist dat de molenaar naar de stad was, dus sleepte hij Olsen naar de molen, en zette hem tegen de deurpost. Die avond kwam de molenaar met zijn paard en wagen thuis en zag van uit de verte een figuur bij de deur van de molen. "Ha," dacht hij, "eindelijk die vent die als maar graan bij mij jat." En hij sloop om de molen, pakte een stuk hout, sprong te voorschijn en gaf de vent een enorme klap. Toen pas bemerkte hij dat het Olsen was en dat de klap zo raak geweest was dat Olsen dood was. Hij wist zich geen raad! Uiteindelijk sleepte hij Olsen onder naar de rivier waar hij hem tegen een grote kei zette.

De volgende ochtend vroeg moest de knecht John van zijn baas brood halen in de stad. Hij sjouwde met een grote rieten mand op zijn rug langs de rivier, toen hij daar beneden tegen een kei Olsen zag zitten. "Hey, Olsen!" riep hij, maar Olsen gaf geen antwoord. "Die zit natuurlijk te pitten," dacht hij en hij pakte een steen en wilde die vlak voor Olsen in het water gooien. Maar, o schrik! De steen raakte Olsen! Deze viel voorover in het water! De knecht stormde naar beneden om Olsen uit het water te trekken, maar tot zijn grote schrik, Olsen was al verdronken! Ook hij wist zich geen raad en sleepte hem halverwege de rivier en de weg in de bosjes en verstopte hem daar.

Nauwelijks was hij weer op de weg of hij zag in de verte een paar mannen aankomen! Hij liep heel vlug terug van waar hij gekomen was en begon zijn tocht opnieuw. De twee mannen kwamen terug uit de stad. Ze hadden een geweldig grote korf met broden die ze in de stad bij de bakker gestolen hadden. Toen ze in de verte de knecht zagen, verstopten ze snel de grote korf met broden in een bosje tussen de weg en de rivier en liepen vrolijk lachend verder en waren van plan later op de dag de broden te halen.

Toen ze goed en wel uit het gezicht verdwenen waren, dacht de knecht "Ik moet toch even kijken of ze niets ontdekt hebben." En... tot zij grote verbazing vond hij de mand met broden. "Dat komt mooi uit," dacht hij en hij laadde de broden in zijn eigen mand en stopte Olsen in de dievenmand en dekte hem met de overgebleven broden en lappen weer goed af en ging naar huis.

Later op de middag kwamen de dieven terug om de mand met broden te halen. Ze zeiden tegen elkaar: "Het is nog zwaarder dan ik dacht, we hebben een goede vangst gedaan." Maar toen ze eindelijk weet thuis waren, ontdekten ze tot hun grote schrik, wat er in de mand zat... een dode Olsen! Wat nu?

Ze bonden Olsen op een paard. Gaven het arme dier een geweldige klap op zijn bil en trokken keihard aan zijn staart. Het paard schrok daar zo van dat het meteen op hol sloeg. De dieven renden er achteraan als maar schreeuwend: "Houdt de dief, houdt de dief!" en schoten met een geweer in de lucht. Het paard schrok nog meer en verdween uit het zicht.

Olsen en het paard zijn nooit meer teruggevonden. Alleen als je tegen de avond in de bergen bent en je hoort in één keer hoefgetrappel dan zeggen de mensen tegen elkaar: "Daar gaat Olsen !

woensdag 9 december 2009

Temel de jager....



In een dorp aan de Zwarte Zee woont Temel. Hij is een heel goede jager. Als hij een konijn ziet lopen, legt hij aan en schiet hij altijd raak.

Ook andere mensen trekken er op uit om te jagen, maar zij kunnen niets vinden om te schieten. Uiteindelijk gaan ze naar Temel en zeggen tegen hem: "Wij zijn gaan jagen, maar we hebben niets kunnen vinden. Jij bent een goede jager. Jij moet met ons meegaan om ons te helpen."

Temel gaat met hen mee en na een tijdje lopen, vinden ze een gat in de grond. Het is een klein hol. Temel zegt: "Nu moeten jullie heel stil zijn, en wachten, want straks komt er een konijn naar buiten." Ze wachten, en na vijf minuten komt er een konijn naar buiten. Ze schieten en... raak.

Daarna lopen ze verder. Ze komen aan bij een groter hol. Hier zegt Temel: "Nu moeten jullie weer stil zijn, want straks komt er een vos." Even later verschijnt de vos en ze schieten hem dood.

Weer gaan ze verder en ze komen aan bij een nog groter hol. "Hier moeten we wachten," zegt Temel, "want hier woont een beer." Even later verschijnt de beer en de jagers schieten raak.

Ze lopen weer verder, en ineens staan ze voor een heel groot hol, en ook hier moeten ze wachten van Temel. De volgende dag staat er in de krant: "Vier mensen onder de trein gekomen."

dinsdag 8 december 2009

zondag 6 december 2009

Kerst verlicting....

Vrouw besteelt 3.500 keer supermarkt



Een vrouw uit de Franse stad Pontarlier is erin geslaagd om een supermarkt 3.500 keer te bestelen. De buit verkocht ze via eBay, meldt Le Parisien. In 2004 zag de vrouw hoe een jongetje de winkel uitliep met enkele goederen die hij gestolen had. Toen ze zag dat dit het -defecte- alarm niet in werking zette, sloeg ze zelf aan het stelen. De volgende twee jaar graaide ze dagelijks, en soms meerdere keren per dag, videogames, cd's, dvd's, scheermesjes en dergelijke mee uit de winkel en zette die meteen te koop op het internet. Er werden 3.700 transacties, ter waarde van 85.000 euro, op haar naam geregistreerd op eBay vooraleer de politie haar kon vatten

Waargebeurde verhalen...




Een 54-jarige slechte verliezer uit Michigan riskeert een celstraf omdat hij zijn buurvrouw sloeg tijdens een spelletje Monopoly. Kenneth Repke sloeg de vrouw en beschadigde haar bril, omdat zij weigerde Park Place en Broadwalk aan hem te verkopen. De onfortuinlijke vrouw belde de politie: "Ik was bij mijn buur. We speelden Monopoly en hij sloeg me." In de buurt wordt met verbazing gereageerd op het voorval. De twee kwamen blijkbaar geregeld samen om gezelschapsspellen te spelen. Repke moet volgende week voor de rechter verschijnen en riskeert drie maanden cel.

zaterdag 5 december 2009

Tekens van rijkdom




De vader van een welgestelde familie nam zijn zoon op een dag mee voor een reis over het platteland. De man had het vaste voornemen om zijn zoon te laten zien hoe rijk en hoe arm mensen kunnen zijn. De man en zijn zoon verbleven een paar dagen op een boerderij van een familie die moeite had om rond te komen.
Toen vader en zoon na een paar dagen weer terugreden naar hun landgoed, vroeg de vader aan zijn zoon wat hij van de afgelopen dagen vond.

"Ik vond het geweldig, vader", zei de zoon.

"Heb je nu ontdekt hoe arm mensen kunnen zijn?" vroeg zijn vader.

"Ja, ik heb veel geleerd", antwoordde de zoon. "Ik zag dat zij vier honden hebben, terwijl wij er maar een hebben. Ik zag dat zij een beekje hebben dat doorloopt tot het eind van de wereld terwijl wij een vijver hebben die maar tot halverwege de oprit komt.

Wij gebruiken lantaarns, terwijl zij iedere nacht naar de sterren kunnen kijken en ons landgoed loopt maar tot aan de weg, terwijl zij de wereld tot aan de horizon hebben. Wij hebben bedienden die voor ons zorgen, terwijl zij voor anderen zorgen. Wij hebben muren om ons landgoed staan om ons te beschermen, terwijl zij vrienden hebben om hen te beschermen."

De vader zweeg verbijsterd. Toen sprak zijn zoon: "Dank je dat je mij hebt laten zien hoe arm we eigenlijk zijn."

De eerste deserteur



Napoleon Bonaparte stond bekend als een groot krijgsheer. Jarenlang won Napoleon iedere veldslag die hij voerde. Dat veranderde in 1812 toen hij Rusland binnen viel. Door te lange aanvoerlijnen en slecht weer moesten Napoleons troepen zich terugtrekken.

Tijdens de terugtocht uit Rusland reed Napoleon met zijn staf op een dag voor de troepen uit, op weg naar hun onderkomen voor de nacht. Napoleon kwam bij een rivier waar ze werden overgezet door een veerpont.

Tijdens de overtocht vroeg Napoleon aan de veerman of er al veel deserteurs waren langsgekomen. De veerman keek Napoleon aan en sprak: "Nee sire. U bent de eerste."


Bron: Napoleon, Paul Johnson, Viking Press

Niet te geloven....




Als je Noord Korea illegaal binnen komt, krijg je 12 jaar zware detentie.
Als je Iran illegaal binnen komt, krijg je levenslang.
Als je Afghanistan illegaal binnen komt, schiet men je dood.
Als je Saudi Arabië illegaal binnen komt, ga je heel lang de gevangenis in.
Als je China illegaal binnen komt, hoort men nooit meer iets van je.
Als je Venezuela illegaal binnen komt, wordt je van spionage beschuldigd en zwaar gestraft.
Als je Cuba illegaal binnen komt, wordt je als politiek tegenstander opgesloten en rot je weg in een cel.

Echter.......als je illegaal in BELGIE en (of) NEDERLAND binnen komt, krijg je een baan. een rijbewijs, sociale voorzieningen, voedselbonnen, credit cards, een huurhuis met huursubsidie, gratis onderwijs, gratis medische verzorging, een sympathiserend politicus in Den Haag en Brussel en met een beetje geluk....... zelfs stemrecht.

Ingezonden door Marnix D.W.

donderdag 3 december 2009

Indonesia..Pakistan....India



Uuuppssss

De mooiste droom


Drie vrienden namen eens hun intrek in een eenzame herberg. Toen ze voor het naar bed gaan afspraken gezamenlijk te ontbijten, zei de waard: "Het spijt me, heren, ik ben door mijn voorraad heen. Ik heb nog wel een stuk brood, een brok Mortadella Bologna en een slok wijn in huis, maar dat zal alleen genoeg zijn voor één van u."

De vrienden lieten hun plezier hierdoor niet bederven. Ze. sloten onder elkaar de volgende weddenschap af: wie van hen drieën de volgende ochtend de mooiste of de akeligste droom kon vertellen, die zou het ontbijt winnen. De twee verliezers moesten dan samen de rekening betalen. De waard kreeg hierbij de rol van scheidsrechter toebedeeld.

Nog voor het aanbreken van de dag stond een van het drietal op. Hij ging naar de keuken en at met smaak de restjes op die als ontbijt waren bedoeld.

Uren later kwamen de vrienden bijeen in de gelagkamer. "Stel je voor," begon de eerste, "ik droomde dat ik in het paradijs was. O, wat een vreugde, wat een verrukking en gelukzaligheid. Geen sterfelijke tong kan zoveel heerlijkheid beschrijven. Kan er een mooiere droom bestaan?"

"Wat zijn de zegeningen van de hemel in vergelijking met de verschrikkingen van de hel?" zei de tweede. "Mijn droom bracht me naar het diepste inferno, waar de zielen van de verdoemden tot in alle eeuwigheid gruwelijk jammeren. Ik heb zulke afgrijselijke kwellingen gezien, dat mijn lippen zouden verschrompelen als ik erover zou spreken. Werkelijk, welke droom zou akeliger kunnen zijn?"

"Jullie hebben allebei voortreffelijk gesproken," was de reactie van de waard, "de derde zal het bepaald niet gemakkelijk hebben."

De man die aan de beurt was liet zich niet in het minst van zijn stuk brengen. "Ik droomde," zo begon hij, "dat jullie allebei waren gestorven. De een ging naar het paradijs en de ander moest naar de hel. Nu weet ieder fatsoenlijk christenmens dat noch van de ene, noch van de andere plek ooit een sterveling is teruggekeerd. Daarom ging ik beneden mijn ontbijt opeten. Jullie hadden het toch niet meer nodig."

Daar moesten ze allemaal hartelijk om lachen. Het was duidelijk wie de weddenschap had gewonnen. Zo kon het gebeuren dat twee vrienden met een knorrende maag de rekening betaalden, terwijl de derde verzadigd en tevreden op zijn paard stapte.


Ja, zo kan het volgens zeggen gaan.
Wie het begrijpt,
mag het leuk noemen.

DM

Renes song







Annekes song



value="http://www.youtube.com/v/xZbKHDPPrrc&hl=nl_NL&fs=1&">